‘Goedemorgen!’, ‘Goodmorning!’, ‘Guten Morgen’, ‘Godmorgen’
‘Goedemorgen!’, ‘Goodmorning!’, ‘Guten Morgen’, ‘Godmorgen’
Ik doe de deur van mijn kamer open en hoor de begroetingen in verschillende talen al door de gang klinken. Mijn kamergenootje en ik doen onze deur op slot en genieten nog even na van ons gezamenlijke ontbijtje. We lopen de gang uit naar het skihok van ons huis. Ik probeer mijn skischoenen en ski's te pakken maar het is heel druk, dus dat wordt op mijn beurt wachten. Ondertussen klets ik wat met skileraren op de gang. Een nieuwe dag is aangebroken.